Een echtpaar uit Zwartsluis is vanmorgen veroordeeld voor het mishandelen en doden van hun hond. Meneer J.B. en zijn echtgenote C.D.B. kregen beide een werkstraf opgelegd.
Dit rechtbankverslag kan als schokkend ervaren worden.
J.B. en C.B. stonden vanmorgen voor de rechtbank in Zwolle omdat ze op 31 januari 2020 hun hond O. om het leven hebben gebracht.
Dat gebeurde door het dier in eerste instantie te slaan met aanzetstaal, een gereedschap om messen scherp te houden.
Vervolgens zou het dier zijn opgehangen aan een riem en werden er nog enkele klappen gegeven om de nek te breken. Die laatste handeling werd het dier fataal.
“We hielden veel van onze Griekse zwerfhond. Drie jaar geleden hadden we O. uit het asiel gehaald.
Maar het karakter van O. veranderde de periode voor het voorval. Hij werd agressief en begon soms te happen.
Daarnaast had de hond ondraaglijke pijn, hij gilde het soms uit. O. kreeg medicatie maar dat hielp niet goed genoeg”, merkt echtpaar B. op.
Het echtpaar belde op die bewuste dag in januari naar de dierenarts met het verzoek of deze langs zou kunnen komen om het dier te laten inslapen.
De dierenarts was niet in de mogelijkheid om dat te doen. “Daar kom ik niet voor”, zou de arts hebben gezegd.
“Dan doe ik het zelf wel”, riep J.B. vervolgens door de telefoon. Daarna heeft de man zijn hond meegenomen naar een schuurtje naast zijn huis waar hij de onschuldige viervoeter van het leven beroofde.
De Officier van Justitie vroeg nog waarom ze niet met het dier naar de dierenarts zijn gereden om hem te laten inslapen.
“Die hond was zo ziek, hij kon niet eens meer de auto in”, verklaarde mevrouw B. “Dit was de meest humane weg die ik op dat moment voor mogelijk had. Je doet dit niet met plezier”, aldus meneer B.
Uit het forensisch onderzoek is overigens niet gebleken dat de hond zou leiden aan ziekten of pijn. Er was ook geen sprake van een naderende dood.
Tevens zou verdachte onder invloed zijn geweest van alcohol. Meneer B. sprak dat tegen: “Uit een onderzoek kun je niet altijd zien of een dier pijn leed en die blikjes bier waren van de avond daarvoor.”
De Officier van Justitie kon niet meegaan in het verweer van echtpaar B. “Het is onbegrijpelijk dat ze zeggen van de hond te hebben gehouden.
Dit was een ernstige mishandeling waarbij hond O. is gestorven via een angstige en pijnlijke dood”, aldus de OvJ die voor beide verdachten een werkstraf eiste.
Voor meneer 150 uur voor het doden van zijn hond en voor zijn vrouw 60 uur vanwege passieve medeplichtigheid. Ook wilde de OvJ een houdverbod van dieren zodat echtpaar B. niet opnieuw de fout in kon gaan.
De rechter willigde de eis voor een houdverbod niet in. Hun nieuwe hond mogen ze dus houden. Hij legde voor J.B. een taakstraf op van 120 uur en twee cel maanden voorwaardelijk over een tijdsbestek van drie jaar.
Zijn vrouw, die niet aanwezig was tijdens het ophangen van de hond maar wel medeplichtig is, kreeg 40 uur werkstraf en een maand voorwaardelijke celstraf over een proeftijd van drie jaar.