De ouders die in 2021 hun baby in een ondergrondse vuilcontainer stopten, worden door het Openbaar Ministerie verdacht van moord op een eerdere baby. Het tweetal, dat destijds minderjarig was, werd al verdacht van poging tot moord op het meisje dat in de container in Holendrecht werd gevonden. Dat bevestigt een woordvoerder van het Openbaar Ministerie na berichtgeving van Het Parool.
“Beiden worden verdacht van poging tot moord in vereniging op een baby. Daarnaast worden ze verdacht van een voltooide moord op een baby, eerder in de tijd.” Het OM doet verder geen uitspraken in de zaak.
Op 21 februari hoorde een buurtbewoonster rond het Meernhof in Zuidoost tijdens het weggooien van haar vuilnis het gehuil van een baby. “‘Ik wist meteen dat het een baby’tje was “, liet de buurvrouw aan AT5 weten. Het pasgeboren kindje werd door hulpverleners uit de container gehaald en naar het ziekenhuis gebracht. Het meisje mocht een paar dagen later het ziekenhuis verlaten en werd vervolgens ergens anders ondergebracht.
Ouders dachten dat baby overleden was
Een paar dagen na de vondst van het kindje wist de politie twee 17-jarigen aan te houden voor het achterlaten van de baby. Volgens de advocaat van de vader, Gerald Roethof, was het tweetal overtuigd dat het meisje was overleden. Het Parool schrijft dat zowel Roethof als de advocaat van de moeder niet willen reageren op vragen over de beschuldiging van de moord op een eerdere baby.
Omdat beide ouders minderjarig waren toen de feiten waarvan ze verdacht worden plaatsvonden, zal hun strafzaak achter gesloten deuren plaatsvinden. De inhoudelijke behandeling staat gepland voor september dit jaar.